“Je zag die vinger gewoon weer aangroeien. En ik dacht: dat kan toch niet?” Meer versta ik niet, want de druk pratende vrouw is ingestapt in de intercity naar Utrecht en ik sta nog op het perron. Zonder te weten van wie die vinger was, of ‘ie afgehakt was of afgebeten misschien. Dit soort zinnetjes blijft altijd nog een tijdje door m’n hoofd spoken, en vroeger vergat ik ze daarna weer.
Tegenwoordig heb ik er echter een geschikte bestemming voor: ik post ze op Twitter, voorzien van de hashtag #vangflard. Dit mooie label heb ik niet zelf verzonnen: het komt uit de koker van @mrlgotlucky, een begenadigd hashtagbedenker.
Een kleine greep uit de vangflarden van het afgelopen jaar:
Soep is gewoon zijn pad (gesprek tussen twee vulploegmedewerkers van Albert Heijn)
Dus je bent niet terug gegaan, voor die komkommer? (echtpaar bij het verlaten van een supermarkt)
Ik ken toch niet ruike dat dat z’n opa is? (twee jongens in de trein)