Toen ik de laatste punt zette onder het Groot Dictee der Nederlandse Taal viel het me ineens op: ik had m’n handschrift al een tijd niet meer gezien. Tijdens het schrijven van de woorden dook het weer voor me op: het handschrift waar ik vroeger op school zo m’n best voor deed. Avonden lang probeerde ik verschillende varianten uit: rechtop, schuin hellend, in blokletters of aan elkaar. Is al die moeite voor niets geweest?
We schrijven tegenwoordig niet meer zoveel als vroeger. Notities tijdens vergaderingen maak je op je laptop, de meeste formulieren vul je digitaal in en brieven schrijven doet bijna niemand meer. Rond de feestdagen valt er nog wel eens een handgeschreven envelop op de deurmat, maar ik zie vaak al niet meer wie ‘m geschreven heeft. Je ziet zo weinig handgeschreven teksten dat ik het handschrift van m’n eigen kinderen niet eens meer zou herkennen.
Het handschrift wordt steeds meer gereduceerd tot een hulpmiddel voor het incidentele geval waarin de digitale middelen ontbreken. Zo zet je je naam nog eens op een presentielijst, schrijf je een boodschappenlijstje of onderteken je een ontvangstbewijs voor een pakketje dat wordt bezorgd. Met het verdwijnen van dit sterk persoonlijk getinte communicatiemiddel wordt het steeds lastiger om je geschreven boodschap een eigen kleurtje mee te geven. Is dat jammer? Dat vind ik wel.
Pingback: Dag handschrift - pgteekens.nl